Cleveringa lezing in Grand Hotel Amrâth te Amsterdam

Elk jaar rond 26 november worden er Cleveringabijeenkomsten gehouden voor de alumni  van de Universiteit Leiden ter nagedachtenis aan de beroemde protestrede van Rudolph Pabus Cleveringa in 1940 naar aanleiding van het ontslag van twee joodse collega’s, de hoogleraren Meijers en David. Dit jaar werden er 16 Cleveringabijeenkomsten op verschillende plaatsen in Nederland gehouden en 31 in diverse buitenlanden, waaronder Tokio, New York, São Paulo en Stellenbosch, om er maar een paar te noemen.

Het recept is ieder jaar hetzelfde: een student van de Universiteit Leiden houdt een openingsverhaal voor een doorgaans goed gevulde zaal met alumni van de Leidse universiteit. Daarna houdt een Leidse hoogleraar een verhaal dat altijd op de een of andere manier een connectie heeft met de rede uit 1940.

Dit jaar was de hoofdspreker Jaap de Hoop Scheffer, momenteel hoogleraar  International Relations and Diplomatic Affairs aan de Universiteit Leiden. Hij bracht zijn gehoor een interessante analyse van “het nieuwe normaal” in een wereld die gedomineerd wordt door grote ego’s en een stuk minder voorspelbaar is sinds nine-eleven, mede door artificiële intelligentie, nepnieuws en ‘hybride oorlogvoering’. Europa, Poetin, Trump en Erdogan kwamen voorbij. Zijn verhaal inspireerde de toehoorders tot boeiende vragen, waaronder één van Niek Biegman, door de Hoop Scheffer geduid als zijn voormalige leermeester (bij NAVO).

En ook de studentspreker, Lucia Aerden, ex-praeses van Leidse Studenten Vereniging Minerva (en tegenwoordig student jazzzang aan het Haags Conservatorium), gaf een aardig inkijkje in de mediastorm waarin ze op jonge leeftijd verzeild raakte door schandalen bij de Groningse zustervereniging Vindicat atque Polit.

De meest uitgebreide aandacht voor R.P. Cleveringa werd echter gegeven door de gastvrouw van de avond. De bijeenkomst vond plaats in de beraadzaal van het Scheepvaarthuis te Amsterdam, plaatselijk tegenwoordig beter bekend als het Grand Hotel Amrâth, een statig vijfsterren hotel aan de Amsterdamse Prins Hendrikkade. De vertegenwoordigster van Amrâth lichtte toe: In dit Scheepvaarthuis zetelden voorheen verschillende rederijen, waaronder de Koninklijke Nederlandse Stoomboot-Maatschappij (KNSM), waar Cleveringa in dienst was en tussen 1919 en 1926 leiding gaf aan de afdeling “jura”. Cleveringa stond bekend als een expert op het gebied van “het nieuwe zeerecht”.

Het gedachtengoed van Cleveringa was deze avond wederom springlevend onder de aanwezige Leidse alumni. Enige kanttekening die gemaakt kan worden is dat deze bijeenkomsten voornamelijk door de oudere alumni bezocht worden en slechts enkele jongere afgestudeerden de weg naar de bijeenkomsten weten te vinden. Een blijvende uitdaging voor de organisatie en deelnemers van de Cleveringabijeenkomsten.

Pieter Jan Vos